Inmiddels is onze lieve Sen alweer ruim anderhalf jaar. En het gaat heel goed met hem. Hij is uitgegroeid van een baby naar een echte peuter. Los lopen kan hij nog niet, maar hij kan langs de bank en de tafel lopen en sinds kort ook los staan. Heel knap van onze knapperd.
Maar, met al deze mooie ontwikkelingen kom je er weer achter dat je je huis steeds kind-veiliger moet maken. Want omdat Sen overal gaat staan, kunnen die kleine grijpvingertjes ook overal bij. Alles moet naar achteren geschoven worden, in laatjes of omhoog gelegd worden. Hij probeert alles te pakken om het vervolgens te ontdekken, op te frommelen, op te eten of weg te gooien. Ik kom ogen te kort en blijf bezig. Meneer vindt ook de keukenlades erg interessant. De kastjes hebben we al beveiligd, dus die kan hij niet meer leegruimen, maar we hebben ook flink wat lades en die kan hij gewoon open maken. Uiteraard zitten hier geen gevaarlijke spullen in, maar ik heb nog nooit zo vaak broodtrommels in mijn handen gehad. Want deze zijn veruit favoriet en moeten kosten wat het kost door Sen uit de la gehaald worden en over de vloer verspreid worden door de keuken en woonkamer.
Ook klimt Sen graag op de bank. Godzijdank kan hij er ook zelf weer af. Dit doet hij supernetjes en beheerst. Dat is erg fijn. Maar nu klimt hij ook op de rugleuning en gaat daar prinsheerlijk zitten alsof hij de koning zelf is. En vanuit de leuning van de bank kun je natuurlijk ook op de vensterbank kruipen en met de lamellen spelen. Heerlijk, zo’n ondernemend kind. Maar wel vermoeiend.
Dat is natuurlijk overdreven, maar je blijft er wel mee bezig. En uiteraard zijn we alleen maar blij dat hij al zoveel kan. Want ook al gaat zijn ontwikkeling langzamer dan bij kinderen zonder Downsyndroom, voor ons gaat het vlug genoeg.
We genieten zo van Sen en zeker omdat hij nu ook steeds meer interactie heeft met ons en met Emi en Kai. Vooral Kai vindt het steeds leuker om toch met zijn kleine broertje te spelen. En laat Sen nou niets leuker vinden dan om op Kai te klimmen. En om Kai’s favoriete knuffel af te pakken, wat Kai dan weer wat minder vindt.
Emi zingt graag liedjes met en voor Sen. Dat vinden ze allebei leuk. Helaas krijg ik Sen nog steeds terug als hij een volle luier heeft.
En wat die kleine grijpvingertjes nog meer graag pakken is onze kat, Sushi. We hebben Sen geprobeerd om te leren dat hij moet aaien en niet pakken. En dat hij zachtjes en lief moet doen met Sushi. Dat gaat best goed, tot Sen iets te enthousiast wordt en hij weer een pluk kattenharen in zijn handje heeft en Sushi onder chagrijnig gemiauw wegloopt. Heel soms laat Sushi op een iets andere wijze weten dat hij het niet zo leuk vindt en dat zie je dan snel genoeg op een heel beteuterd gezichtje. Het lijkt wel alsof Sen dan alleen maar teleurgesteld is dat Sushi blijkbaar niet met hem wil spelen.
Sinds kort gaat Sen 2 ochtenden per week naar een speciale dagbesteding. Hier wordt hij in een klein groepje onder professionele begeleiding in zijn ontwikkeling begeleid. Er is ook (onder andere) logopedie en fysiotherapie in huis. Dus ze zijn van alle markten thuis. Sen moest eerst een klein beetje wennen, maar nu vindt hij het erg leuk om er naartoe te gaan. Hij kan lekker met andere kindjes spelen en doet en leert daar weer andere dingen dan in de thuissituatie.
Sen blijft dus nieuwe dingen leren. En ook al is ons derde kindje, ook wij blijven leren en vooral genieten van deze lieve, kleine, ondeugende peuter met grijpvingertjes.