Nu vind ik mijn werk echt heel erg leuk en heb ik het heel erg naar mijn zin op kantoor, maar ik wil mijn knulletje niet achterlaten. Hij is nu 3 maanden en zal 2 dagen in de week naar een kinderdagverblijf gaan. Ik weet dat het voor hem helemaal niet erg is en dat ze op de opvang heel goed voor hem zorgen. Het is ook wel heerlijk om zelf weer zinvol bezig te zijn met andere dingen dan flesjes, luiers, slaapjes en ga zo maar verder, maar toch.
Ik heb mijn werk en mijn collega’s best gemist (en zij mij ook), maar elke vezel in mijn lijf schreeuwt, nee, dit wil ik helemaal niet!
Ik heb zo genoten van deze tijd met mijn baby. En iedereen om mij heen zegt dat ik als ik eenmaal weer aan de slag ben, dat het dan allemaal wel goedkomt. Dat zal wel ja, maar ik moet het nog zien.
Bij mijn twee oudste kinderen had ik tegen het einde van mijn verlof ook echt zin om weer te gaan werken. Het thuiszitten met een baby had ik wel gezien en ik keek ernaar uit om weer te gaan werken. Maar nu voelt het anders. Misschien omdat dit echt ons laatste kindje is. Of misschien omdat hij downsyndroom heeft, ik weet het niet, maar het voelt niet hetzelfde.
Op mijn eerste werkdag breng ik hem vol goede moed naar de opvang. Hij wordt daar liefdevol opgevangen en met een gerust hart laat ik hem achter. Met lood in mijn schoenen begin ik aan mijn eerste werkdag. Ik ga hem zo missen! Maar op het moment dat ik achter mijn bureau zit, ben ik weer volledig secretaresse en geen moeder meer, tijdelijk in ieder geval tenminste. De werkdag vliegt voorbij en ik geniet ervan.
Maar als dan mijn werkdag erop zit, zie ik mijn knulletje weer en ik heb hem zo gemist! Ik wil hem bijna doodknuffelen en ik ben zo blij dat we weer samen zijn.
Maar, morgen móét ik toch echt weer gaan werken…